DIS is me

Op deze pagina staan ervaringen van mensen met de diagnose dissociatieve identiteitsstoornis (DIS).

Kijk dit korte filmpje of lees dit artikel over DIS.


Ieders ervaring met DIS is anders, geen verhaal is hetzelfde.

Ook mensen met AGDS kunnen zich herkennen in deze ervaringen. Lees de Bijsluiter bij deze gebundelde ervaringen.

Voel jij/voelen jullie je door de delen wel eens meervoudig/’wij’?

    Zo ja, speelt dat een rol in de interactie met andere mensen?



    Deze vraag werd beantwoord door 59 mensen met DIS. Bijna iedereen die deze vraag beantwoordde, gaf aan zich weleens meervoudig te voelen. Uit de toelichtingen bleek dat dit vooral voor de persoon met DIS zélf een rol speelt in hun interactie met andere mensen. Soms werd uitgelegd dat het meervoudig voelen wel expliciet wordt in het contact.


    Hieronder lees je de antwoorden die het vaakst op bovenstaande vraag gegeven werden, met daaronder een samenvatting van de verklaringen en toelichtingen.

     

    ‘Mijn interne gevoel vergelijk ik met…’

    • Ik zie mezelf als een boom waar door een blikseminslag (trauma) allerlei zijstammetjes aan zijn ontstaan. Maar het blijft één boom.
    • Wij leven in onze verbeelding in een struisvogelei: ieder heeft een eigen huisje, precies naar eigen smaak. Overleggen doen we bij een kampvuur.
    • Wij zijn wij. We zijn een familie. We huizen samen in één lichaam. Daarbinnen heeft iedereen ook een eigen lichaam, maar dat weet alleen ikzelf.
    • We zijn verschillende personen die niet los van elkaar kunnen leven. We (over)leven samen. 
    • Ik voel me als los zand: ik switch telkens en ik kan het niet volgen.


    ‘Ik heb weleens een innerlijk gevoel van meervoudigheid.’

    • Meestal denk ik in ‘wij’, en als er interne conflicten zijn ook in ‘wij’ en ‘zij’.
    • Gedurende de dag hebben delen een mening over onze bezigheden.
    • Ik moet intern veel overleggen, plannen en compromissen sluiten.
    • Ik voel me wel meervoudig, maar ik zou nooit ‘wij’ zeggen.
    • Nu ik verder ben in therapie voel ik me intern steeds meer wij.


    ‘Het hangt van de omstandigheden af of ik me van binnen meervoudig voel.’

    • Alleen in therapie doen er meerdere delen mee, dat voelt dan als ‘wij’.
    • Als ik functioneer als ‘los deel’ voel ik me enkelvoudig.
    • Zowel als delen getriggerd worden, bij interne conflicten en als we samenwerken voel ik me meervoudig.
    • In de loop van de dag (en mijn leven) wisselt het ‘ik’/‘wij’-gevoel.
    • Ik voel me vooral een ‘wij’ als ik alleen en/of ontspannen ben.


    ‘Ik ervaar mezelf niet (meer) als meervoudig.’

    • De verschillen tussen delen zijn groot, maar is dat een ‘wij-gevoel’?
    • Ik merk dat delen intern discussiëren, maar noem het liever gefragmenteerd. 
    • De delen zijn afgesplitst om me te beschermen, maar horen wel gewoon bij mij.
    • Ik ervaar steeds meer dat alles bij mij hoort en gebruik het woord ‘wij’ steeds minder.


    ‘Ik voel me weleens meervoudig, …’


    ‘… maar dit speelt (buiten therapie) geen rol in mijn interactie met anderen.’

    • Andere mensen merken er niets van.
    • Naar de buitenwereld proberen we met één deel tegelijk op de voorgrond te staan en zijn we niet openlijk in meervoud.
    • Ik weet dat 99,9% van de mensen met wie ik omga niets van meervoudigheid merkt in ons contact.
    • Alleen in therapie durf ik mijn delen aan bod te laten komen.
    • De delen weten dat ze in therapie welkom zijn en dat helpt hen en mijzelf om het gevoel van meervoudigheid in de behandeling te laten zien.
    • Als ik ‘wij’ gebruik in therapie verbeter ik mezelf vaak, uit schaamte.


    ‘… en dit speelt/speelde (soms) buiten therapie een rol in de interactie met anderen.’

    • Meestal zeg ik bewust ‘ik’, maar bij een klein groepje veilige mensen gebruik ik ‘wij’.
    • Soms speelt het een rol in contact met andere mensen, en dan schaam ik mij.
    • Alleen met mijn meest nabije naaste(n) praat ik heel soms in termen van wij.
    • Sinds de interne samenwerking is verbeterd, is het minder nodig om ‘wij’ te zeggen.




    >> Lees hieronder een selectie uit de antwoorden <<

    Voel jij/voelen jullie je door de delen weleens meervoudig/’wij’?

    “De meeste problemen in mijn leven komen nog van de momenten/dagen waarop ik geen meervoudigheid ervaar en één deel het helemaal overneemt. Ik ben aan het oefenen om me bewust meervoudig te voelen, wat voor mij betekent dat delen overleggen en elkaar helpen. Ik kan dit nog niet in de buitenwereld, maar wanneer ik alleen thuis ben, lukt het langzaamaan beter om samen te werken. Het is veel werk en het is vermoeiend, maar het geeft mij wel hoop.”


    - iemand met DIS

    “Ik voel me eigenlijk altijd meervoudig. Ik merk dat ik het nog echt nodig heb om de delen ‘buiten mijzelf om’ te benoemen door over 'ons/wij/sommigen' te praten. Door dit onderscheid te maken, ervaar ik minder interne conflicten. Ik weet namelijk vaak niet of ik helemaal achter een daad of uitspraak van een deel sta (en vice versa).

    In de kleine kring van mensen die meer over mij weten, kan dat. Zij weten dat de delen en ik nog verre van geïntegreerd zijn en dat ik nog moeite heb om verschillende delen überhaupt als deel van mijzelf te accepteren.

    In de buitenwereld praat ik over ‘ik’, ook als het niet vanuit mij komt. Puur omdat ‘we’ heel goed weten, dat als ik dat niet doe, ‘we’ voor gek aangezien worden.”


    - iemand met DIS

    “Ik kreeg eerst jeuk van mensen die ‘wij’ zeiden, maar hoe meer ik mijn DIS begrijp en accepteer, hoe meer ik me ‘wij’ voel. Als ik interne discussies negeer raak ik in de war, met switchen en chaos tot gevolg. De laatste tijd overleg ik meer, en ik merk dat daardoor de noodzaak om ‘wij’ te zeggen komt te vervallen.”


    - iemand met DIS

    “Ik voel me meervoudig in therapie, omdat er altijd meerdere delen deelnemen aan de therapie.

    Verder ben ik als moeder ‘wij’, maar voelt dat als ‘ik’. Wanneer ik me een ‘wij’ voel, is dat op momenten dat we samenwerken. Als ik functioneer vanuit een ‘los deel’ voel ik me enkelvoudig.”


    - iemand met DIS

    “Het voelt voor ons heel natuurlijk om meervoudig te zijn. De contrasterende opvattingen/ideeën zijn namelijk niet toe te wijzen aan één persoon. We zijn met meer, dat ervaren we zo al vanaf het begin.

    Het helpt ons heel erg als mensen onze meervoudigheid erkennen door ons met ‘jullie’ aan te spreken. Als mensen dat doen, voelt iedereen in ons hoofd zich aangesproken en kan iedereen de genegenheid van andere mensen ervaren. Ook de delen die zich snel ongezien voelen krijgen dan een

    stukje erkenning.

    We merken zelf dat zodra we in ik/mij gaan praten er soms ontkenning komt over het verleden. Door ‘jullie’ te zeggen worden impliciet onze trauma's erkend. Kortom, het helpt ons in het herstel als onze meervoudigheid expliciet mag zijn in de interactie met andere mensen.”


    - iemand met DIS

    “In therapie durf ik mijn delen aan bod te laten komen. Soms volledig gedeeld, maar het liefst in een vorm van samenwerking. Dan probeer ik zo goed mogelijk te verwoorden wat mij intern duidelijk

    gemaakt wordt.

    Ik doe dit omdat ik veel vertrouwen heb in de therapeut, maar in de buitenwereld durf ik dit niet. Sommige delen zouden dat ook helemaal niet willen. Ik ben bang voor de reactie van mensen die het niet begrijpen. Ik heb al vaak te horen gekregen dat ik soms een weirdo ben. Voor de buitenwereld is het onbekend terrein, vooral wanneer er kinddelen op de voorgrond treden.”


    - iemand met DIS

    “Ik voel me weleens wij, doordat de delen soms tegelijkertijd proberen te communiceren. Hierdoor hebben de delen gesprekken en discussies met elkaar en spreek ik van ‘wij’. Gek genoeg speelt het alleen een rol tijdens de gesprekken met mijn psycholoog. De delen weten dat ze daar aanwezig mogen zijn en maken daar ook dankbaar gebruik van. Verder weten weinig mensen dat ik DIS heb en kan ik dat goed ‘verborgen’ houden.”


    - iemand met DIS

    “Buiten de therapie weten alleen mijn partner en een goede vriend van mijn DIS. Met hen praat ik soms in termen van ‘wij’, maar slechts bij uitzondering. Ik wil mijn contacten graag gezond houden en niet altijd laten draaien om mij. Ik heb hard gewerkt aan het verbergen van meervoudigheid, door een streng regime als het gaat om bijvoorbeeld kleding en activiteiten. Om maar te voorkomen dat iemand het zou opmerken.”


    - iemand met DIS

    “Binnen het ene lichaam dat de buitenwereld ziet, heeft iedereen ook een eigen lichaam, maar dat weet alleen ikzelf. Als de buitenwereld dat kon zien, was alles makkelijker geweest. Iemand die groot, gespierd en breed gebouwd is, komt immers heel anders over dan iemand die klein, ondervoed en jong is. Nu ziet de buitenwereld de anderen niet, hooguit is het gedrag, of de manier van praten of denken anders. Mensen zien alleen mijn lichaam en dat is echt zwaar voor ons allemaal!”


    - iemand met DIS

    “In de interactie met mijn partner speelt de meervoudigheid een rol, want die heeft niet met alle delen een relatie, alleen met mij. Dit maakt het soms lastig. We zoeken naar hoe mijn partner met de andere delen een meer neutrale en/of vriendschappelijke relatie kan hebben.”


    - iemand met DIS