Er zullen binnen DIS is me voorlopig geen nieuwe blogs meer verschijnen.
Heb jij geschreven over jouw ervaringen (als naaste van iemand) met DIS/AGDS?
Dan kun je overwegen om het als gastblog in te dienen bij:
PsychoseNet: https://www.psychosenet.nl/voorwaarden-gastblog/
of de Caleidokrant van Caleidoscoop: www.caleidoscoop.nl.
De roze boog
In therapie had ik geleerd dat het in het heden anders is dan vroeger. Ik zag steeds vaker het verschil tussen vroeger en nu. Vroeger was ik een hulpeloos kind, nu niet meer. Vroeger kon er vaak onverwachts iets heel naars gebeuren, nu niet meer. Vroeger kon ik er bovendien niks tegen doen als er iets met me gebeurde, nu wel.
Tot ik een aanrijding kreeg. Delen in mij raakten de verbinding met het heden helemaal kwijt. Het ongeluk bracht hen terug naar de angst, onveiligheid en pijn van vroeger. Op dat moment begon de vaste grond onder mijn voeten te schuiven. Er gebeurde iets waar ik niets tegen kon doen, net als vroeger. Dit had me compleet overvallen, net zoals vroeger. Blijkbaar kon er in het heden toch zomaar ineens iets heel naars gebeuren. Ik was mijn prille gevoel van veiligheid in het heden helemaal kwijt.
In die tijd tekende ik vaak wat ik voelde. In de tekening die ik maakte na het ongeluk, ontstond een roze boog, die ik om de nare situatie tekende. In deze boog vond ik steun en hulp van anderen en de kracht in mezelf om een oplossing te zoeken. In de boog was er zachtheid en compassie. De boog betekende dat ik gezien en gehoord werd en dat ik de regie in eigen hand kon nemen, omdat ik niet meer machteloos was.
Zo werd deze boog voor mij een symbool voor wat er in het heden wel is en wat er vroeger niet was. Ik kon dat nog niet direct altijd niet zo ervaren, maar het symbool van die roze boog hielp me en heeft me in de jaren erna steeds geholpen. Het werd een symbool dat ikzelf en alle delen in mij, jong en oud, konden begrijpen en waar we steun aan hadden. Als ik overweldigd dreigde te raken door moeilijke situaties, heftige gevoelens of nare herinneringen, dan dacht ik aan de roze boog. Dan zei ik tegen mezelf of tegen delen in mezelf: ‘maar nu is er de roze boog, nu kunnen we het aan.’
Nu denk ik niet zo vaak meer aan de roze boog, maar hij is er nog wel, als een basis in mezelf. De boog is mijn vertrouwen dat ik met mijn emoties om kan gaan en kan dragen wat er op mijn weg komt. Ik sta er niet alleen voor. Er kan in het heden nog wel iets naars gebeuren, maar dat wordt opgevangen in de roze boog.
- Anoniem
Veiligheid en moederschap
Voor mij was het een immense uitdaging om mezelf in het dagelijks leven overeind te houden zonder mezelf pijn te doen of toe te geven aan mijn suïcidale gedachten. Ik ben bovendien erg bang geweest om te verdwalen als ik gedissocieerd zou raken. Soms sloot ik mezelf op in huis zodat ik niet kon gaan dwalen. In de therapie hebben we dan ook vanaf het begin veel aandacht besteed aan veiligheid. Stapje voor stapje heb ik samen met mijn behandelaar alle delen ontdekt en leren kennen.
Het was ook een uitdaging om het veilig te houden voor mijn zoon. Door mijn DIS ben ik bijvoorbeeld dingen als eten voor hem maken totaal vergeten, of had ik geen idee waar hij was. Dan was het voor hem niet veilig, hij had mij echt nodig als moeder, om voor hem te zorgen. In die periode is Veilig Thuis ook betrokken geweest bij ons als gezin.
Het gebeurde dan bijvoorbeeld dat een van mijn jonge delen erg getriggerd werd. Zij zat dan als een klein bang meisje onder de keukentafel te schuilen. Dit meisje had mij dan volledig overgenomen en mijn volwassen zelf, de moeder en de persoon die mijn dagelijks leven leidde, was dan helemaal weg. Er waren psychiaters die dit een psychose noemden omdat ik ervan overtuigd was dat ik in gevaar was. Ik voelde doodsangst en dat ik moest vluchten, schuilen en me verstoppen.
Mijn therapeut kon dan meestal met dit deel praten. Ze stelde haar gerust en vertelde haar dat ze welkom was met al haar pijn, verdriet en angst. Dit hielp wel, maar soms was ik zo uit balans en ontregeld dat ik toch opgenomen moest worden omdat ik echt niet meer kon functioneren. Ik wilde dat nooit omdat ik daar ontzettend bang voor was. Of ik zag niet in dat het echt nodig was.
Ik ben daardoor gedwongen opgenomen geweest, heb in in de isoleercel en op een gesloten afdeling gezeten en kreeg soms een-op-eenbegeleiding. Het was dus in die situaties voor mijzelf en mijn zoon gewoonweg niet veilig genoeg. Dat was echt heel zwaar, maar het was voor mijn zoon en voor mijzelf op dat moment het beste.
- Marjolijn
Een vakantiehuis
Hoe is het om met andere delen samen te wonen in één lichaam? Laat ik dat vertellen aan de hand van een metafoor. Dat voelt veiliger dan rechtstreeks te praten over ‘mijn lijf’. Die twee kleine woordjes kloppen niet. Ze zijn te ongemakkelijk.
Het is alsof ik een vakantiehuis heb. Maar ik voel me er niet op mijn gemak, al probeer ik er oprecht het beste van te maken. Het is niet in de beste staat. In elke ruimte van het huis zie je wel gebruikssporen, zoals de krassen op de muur in de woonkamer.
Er mankeert overigens wel meer aan het huis. Het fundament is niet heel stevig. Er hoeft maar een beetje wind te staan of je hoort het huis piepen en kraken. Ik weet dat er ook anderen zijn die hier regelmatig verblijven. Van hen hoorde ik dat er in het verleden is ingebroken hier, een erg naar verhaal.
En nu verblijf ik hier en wil ik kunnen voelen dat dit mijn vakantiehuis is. Maar zodra ik hier binnenstap voel ik me meteen vies van het huis. Heel erg vies. Dus moet het eerst helemaal schoongemaakt worden.
Ik probeer het ook gezellig te maken. Die kitscherige schaal op tafel zet ik weg. Ik zet iets neer wat ik mooi vind. Ik zet kaarsjes neer voor wat sfeer. Ik doe wat ik kan, maar het voelt nog steeds niet als mijn huis. En hoe vaak ik ook een doekje over het aanrecht haal en het toilet schoonboen, het blijft vies voelen.
Ik raak ook maar niet vertrouwd met dit huis. Soms kan ik nog steeds mijn weg niet goed vinden. Dan weet ik niet waar de lichtknoppen zitten, of hoe het slot bij de voordeur werkt. Ik blijf me bovendien ongemakkelijk voelen: veel te vroeg, al bij de eerste schemering, wil ik de gordijnen sluiten. Ik wil niet dat mensen naar binnen kunnen kijken.
Ik verblijf in het vakantiehuis. Probeer er het beste van te maken. Ik onderneem leuke dingen, probeer te genieten van de omgeving. Maar het voelt niet als van mij. Ik voel me er niet thuis. Het blijft vies, onwennig en niet vertrouwd.
Toch ben ik hier en blijf ik hier. Naarmate de jaren verstrijken begint het tot me door te dringen: dit is helemaal geen vakantiehuis waar ik kom en ga. Dit is ook geen plek waar anderen zomaar te pas en te onpas binnen kunnen stappen. Deze plek is eigenlijk mijn eigen huis, dit is mijn eigenlijke thuis.
Ik weet nog niet of ik kan leren om dit huis te zien als mijn vertrouwde stek. Ik weet nog niet hoe ik voor dit huis kan zorgen, en of ik ieder plekje in dit huis kan leren kennen. Zou ik van dit huis mijn thuis kunnen maken? Is het mogelijk om van deze plek te gaan houden?
- Annet V
Verdwaald in een witte wereld
Ik loop hier elke dag. Toch loop ik er nu het gesneeuwd heeft met een continue verwarring. Waar ben ik? Dan na een paar seconden een vlaag van herkenning: Ooohhh ben ik hier..? Gevolgd door twijfel. Nee toch niet. Ik herken dit niet. Ergens weet ik dat ik het hoor te weten… maar het is gewoon weg. Ik ken dit niet! De weg en de paden zijn weg. De herkenningspunten zijn weg. Er is angst. Paniek. Verwarring. Verwondering. Vertrouwen. Boosheid. Alles is er, tegelijk. Ik loop door tot ik me weer herinner waar ik ben - en waarom.
Zo voelt het wanneer ik niet stevig genoeg in verbinding sta met mijn volwassen deel. Dan sluimeren er delen op de achtergrond, of meer op de voorgrond. Er komen vlagen van angst en paniek voorbij zonder dat ik weet waarvoor of waardoor. De jonge delen weten de weg niet, snappen niet waar ze zijn en hoe we daar gekomen zijn.
Op zo’n moment helpt het me om rust te nemen en bij mezelf na te gaan wat er gebeurt, wie er van binnen is. Ik probeer met haar in contact te komen, gerust te stellen en de weg te wijzen naar ons interne veilige huisje. Daar hebben alle delen een eigen kamer waar ze altijd mogen zijn. In de huiskamer is een open haard en een zachte bank met dekentjes, knuffels en chocomelk of limonade met wat lekkers. Daar mogen ze nabibberen en uithuilen. Soms neem ik fysiek ook een echte kop warme chocomelk, of iets anders waar een deel zin in heeft. Het is fijn om zo liefdevol om te gaan met deze kleine dappere meisjes die zo hard voor me werken.
Voor wie een klein beetje wil ervaren hoe het is om dissociatieve delen te hebben: ga een keer wandelen in het bos, als er sneeuw ligt.
- Marjolijn
Mildheid en acceptatie
“De diagnose DIS heb ik volgens mij al 20 jaar. Ik geloof dat DIS destijds niet zo bekend was, er heeft nooit een therapeut fatsoenlijk naar gekeken. Ik ben door de jaren heen gestruikeld, hoppend van de ene therapeut naar de ander. Maar ik heb nooit het gevoel gehad dat wat ik deed werkelijk helpend was.
Ik snapte mezelf niet en mijn zelfvertrouwen en gevoel van eigenwaarde kwamen nooit boven het vriespunt. Ik was doodsbang voor mijzelf en om te leven. Ik dempte al mijn symptomen met eetstoornissen, automutilatie en alcohol. Op deze manier lukte het me om een beetje vol te houden en enig gevoel van controle te hebben.
Over de trauma’s uit mijn verleden durfde geen enkele therapeut meer met mij te beginnen, omdat me dat telkens ontzettend ontregelde en meestal resulteerde in een (gedwongen) opname.
In 2015 stuurde mijn huisarts me naar een nieuwe GGZ-instelling en dat bleek een gouden greep. Ik kwam in een warm bad en werd bekeken als mens, in zijn geheel. Met de therapeut die ik daar uiteindelijk kreeg, lukte het me om een vertrouwensband op te bouwen.
Samen hebben we de DIS volledig verkend en het werkboek 'Omgaan met traumagerelateerde dissociatie' doorgewerkt. Na een jaar of 6 viel bij mij het kwartje dat mildheid, acceptatie, voelen (in plaats van vluchten) en erkenning naar alle delen voor mij de essentie zijn.
Nu heb ik voor het eerst in mijn leven geen therapie en heb ik het gevoel dat ik dat aankan. Ik volg een 4-jarige hbo-opleiding en doe divers vrijwilligerswerk, ook op het gebied van mijn ervaringen. Sinds januari 2021 ben ik geheel alcoholvrij en heb ik de andere destructieve copingstrategieën ook niet meer nodig.
De DIS is niet weg natuurlijk, maar ik heb compassie voor de delen en ik heb geleerd goed voor ze te zorgen en met ze samen te werken. En ik heb de stap gezet om zelf de verantwoordelijkheid voor ze te dragen, op alle manieren. Ik ben mijn therapeut eeuwig dankbaar voor deze levenslessen."
- Marjolijn
“De citaten op deze website kunnen
redactioneel bewerkt zijn."
- DIS is me
DIS is me was er niet geweest zonder
de steun van Socialrun tijdens de
actieve projectfase.
Contact: info@dis-is-me.nl
Projectleider: Anne Lagemaat
De meeste foto's op deze website zijn gemaakt door
Annet Oldenkamp, Angela Schoorstra en Serai Nanon
Copyright op het materiaal van DIS is me
KvK 92737560
BTW NL004976908B76
NL55 INGB 0104 6157 61